Er waren eens twee vrouwen. De een was druk in de weer met boterhammen smeren, koffie zetten, koekjes bakken, tafels dekken en wc’s schoonmaken. De ander zat aan de voeten van Jezus.
Ik heb het uiteraard over Martha en Maria. Traditioneel kennen we Martha als de harde werker en Maria als de bidder. Martha, die zo haar best doet, krijgt de terechtwijzing, terwijl Maria wordt geprezen. Als bidders vergelijken we onszelf graag met Maria en gebruiken we dit verhaal vooral om anderen ervan te overtuigen hun bezem eens neer te leggen. Maar laten we, in plaats van naar de splinter in het oog van die ander, eens kijken naar de balk in ons eigen oog.
Je kunt bidden als een Martha. Zelf heb ik dat jarenlang gedaan. Ik kwam als het ware met mijn bezem bij Jezus. De bezem was mijn gebedslijst, mijn plan van aanpak, mijn omhaal van woorden om de gewenste resultaten te behalen. De redding van iedereen die ik ooit gekend had, bijvoorbeeld. Of als het even kon: de redding van de hele wereld. Er ging best veel tijd en energie in zitten. Immers, als ik niet bad, dan liep het niet goed af. En het is bovendien een Bijbelse opdracht, die we niet moeten verzaken.
In de loop van de jaren heb ik, als toegewijd bidder, Gods stem horen fluisteren: ‘Martha, Martha, leg je bezem neer.’ Oftewel: ‘Martha, Martha, je bent bezorgd en maakt je druk over veel dingen. Slechts één ding is nodig’ (Lk 10:41-42). Oftewel: ‘Laten we gewoon samen zijn. Ik verlang naar jóu. Ik wil je ontmoeten.’
Samen zijn. Niet doen, maar zijn. Genieten van elkaars gezelschap. Liefde ontvangen en beantwoorden. Soms zijn daar geen woorden voor nodig. Soms zitten die alleen maar in de weg.
Het was onwennig in ‘t begin: ‘Kan dit? Mag dit? Zou ik niet…? Is dit niet te makkelijk? Egoïstisch zelfs?’ Het idee dat we nuttig moeten zijn, zit diep in onze maatschappij. En het zat diep in mij. Afgelopen week in het Huis van gebed waren er verschillende momenten dat we ons geleid voelden tot totale stilte in zijn Aanwezigheid. En dan is er soms nog die aanklacht: ‘Wat lig je daar nou? Ga eens wat nuttigs doen!’ Maar inmiddels weet ik, diep van binnen, dat God verlangt naar mensen die gewoon bij Hem willen zijn. Om wie Hij is, niet om wat Hij doet. En dat Hij bij ons wil zijn om wie wij zijn, niet om wat wij doen.
Juist vanuit dat zijn, ontstaat een nieuw soort doen. Ook een nieuw soort bidden. Want hoe dichter je bij Gods hart komt, hoe meer je eigen hart ernaar gevormd wordt, zodat je van binnenuit gaat bidden. Dan is het echt, gemeend, en ook veel krachtiger. Gebed in eenheid met de Heilige Geest. Dan kunnen we ‘vragen wat we maar willen en het zal gebeuren’ (Jh 15:7). Dan dragen we vrucht door in Hem te blijven (Jh 15:4). Dát soort gebed is krachtig, en mist zijn uitwerking niet (Jk 4:16b). Dat is gebed waar ik zelf niet moe van wordt, maar volledig verfrist en vervuld weer vandaan kom.
Ben jij een biddende Martha? Of zie je bidden juist als iets dat zwaar en vermoeiend is, en vermijd je het daardoor liever? Dan wil ik tegen je zeggen: ontspan! Het beste deel, het begin en het eind, is aan zijn voeten zitten, is genieten van wie Hij is, is luisteren naar Hem (in het verhaal vergeten we soms dat Maria geen bidder was, maar een luisteraar, zie Lk 10:39). Hij wil jóu, zoals je bent. Hij wil met je wandelen, en misschien ook wel iets samen doen – of dat nou met gebed te maken heeft of iets heel anders – maar dat merk je dan vanzelf. Samen Zijn én Samen Doen, met de nadruk op Samen.
Want liefde wil ik, geen offers. Met God vertrouwd zijn is meer waard dan enig offer.
– Hosea 6:6
*Phillian is coördinator van Bonfire Huis van gebed en deelt hier haar gedachtenspinsels, ervaringen en levenslessen.