…zodat we onze voeten kunnen zetten op de weg van de vrede.
– Lk. 1:79 

Ik probeer al heel lang iets te zeggen. Iets waar iedereen wat aan heeft. Een soort routekaart wilde ik beschrijven. Een (of de?) route naar vrede. Maar steeds weer loop ik vast. Kom ik erachter dat ik er nog niet uit ben, dat ik de weg nog niet gevonden heb. Dus om niet nog langer te blijven zwijgen, heb ik besloten maar gewoon mijn zoektocht met je te delen. Misschien is dat sowieso wel het hoogst haalbare, trouwens, en was mijn oorspronkelijke plan wel een tikkeltje arrogant.

Hoe dan ook, ik ben dus op zoek naar vrede. Want vaak heb ik het niet. Te vaak ben ik gestrest, angstig, gespannen, hoe je het ook noemen wilt. En als er iets is waar ik een hekel aan heb, dan is het dat wel. Ik weet niet wie de uitdrukking ‘gezonde spanning’ bedacht heeft, maar ik geloof er niet zo in. Volgens mij is spanning altijd ongezond, en is het in de hemel ook niet aanwezig. Een na-de-zondeval dingetje, als je het mij vraagt.

De Bijbel staat vol wegwijzers naar vrede. Zo veel, dat het me dus nog niet lukt om er een routekaart van te maken. Misschien omdat de Bijbel ook geen routekaart probeert te presenteren, maar meer een boek-voor-onderweg is. Een kompas misschien, dat je op elk moment van je leven de juiste richting wijst. Het boek Hebreeën sluit mooi aan bij deze gedachte. Dit boek schildert de gemeente als een volk onderweg in de woestijn. Een volk onderweg naar een hemelse bestemming: Gods Rust. Tegelijk is het niet alleen maar dáár, maar is deze Rust in Jezus al dichtbij gekomen. De Rust is al binnen ons bereik. Dat zei Jezus ook over het Koninkrijk: De komst van het koninkrijk van God laat zich niet aanwijzen, en men kan niet zeggen: ‘Kijk, hier is het!’ of: ‘Daar is het!’ Maar weet wel: het koninkrijk van God ligt binnen uw bereik (Lk. 17:20-21).

Dat is het hele spanningsveld waarin we ons bevinden, het is er al – dat koninkrijk van vrede en gerechtigheid – maar toch nog niet. Als ik de vele richtingwijzers in de Bijbel naast elkaar leg, dan wijzen ze uiteindelijk allemaal naar Jezus. In Hem is het: Deze dingen heb ik tot u gesproken, opdat u in Mij vrede zult hebben. In de wereld zult u verdrukking hebben, maar heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen (Jh. 16:33).

Daarom ook dat de auteur van Hebreeën de pelgrims in de woestijn steeds oproept: …richt uw aandacht op Jezus (3:1); Laten we…de blik gericht houden op Jezus (12:2).
De brief aan de Kolossenzen zegt ook zoiets: Als u nu met Christus uit de dood bent opgewekt, streef dan naar wat boven is, waar Christus zit, aan de rechterhand van God. Richt u op wat boven is, niet op wat op aarde is. U bent immers gestorven, en uw leven ligt met Christus verborgen in God. En wanneer Christus, uw leven, verschijnt, zult ook u, samen met Hem, in luister verschijnen (Kol. 3:1-3).

In Hem zijn we er al! In Hem zitten we al in de hemel, in Gods rust. Dit is realiteit voor wie in Jezus gelooft, ook al zijn we nog op de aarde. De manier om die realiteit ook als realiteit te ervaren is: kijken naar Hem. Niet kijken naar je aardse omstandigheden, maar naar je hemelse.

Maar hoe doe je dat dan, kijken naar Hem? Dat is precies waar ik zo naar op zoek ben. Mijn zoektocht naar vrede is een zoektocht naar Jezus. Het is een zoektocht naar Iemand die, al zit Hij in de hemel, ook hier en nu is. Die mij aan alle kanten omringt en zelfs in mij woont. En toch zie ik Hem niet altijd. Dit is de kunst die ik mezelf probeer aan te leren: Hem te zien die er is. Of is het dat mijn ogen ervoor open moeten gaan? Beide, denk ik: terwijl je kijkt, gaan je ogen steeds meer open.

Net als Paulus heb ik mijzelf tot doel gesteld mijn zintuigen te richten op alles wat waar is, alles wat edel is, alles wat rechtvaardig is, alles wat zuiver is, alles wat lieflijk is, alles wat eervol is, kortom, [op] alles wat deugdzaam is en lof verdient (Fil. 4:8), want dat alles weerspiegelt Jezus. Het kan zo simpel zijn als omhoog kijken, naar de lucht, die Zijn heerlijkheid verhaalt (Ps. 19:1). Of stilstaan bij een vriendelijk gebaar, waarin ik Zijn vriendelijkheid ontmoet. Of de vogels, die Hij gemaakt heeft, horen fluiten in volmaakte harmonie. Daar waar ik bewust wordt van Zijn aanwezigheid, komt die vrede, die alle verstand te boven gaat (Fil. 4:7), mijn hart binnenstromen. Maar niet als iets statisch, iets dat je – eenmaal gevonden – in je zak steekt en voor altijd bij je draagt. Je vindt het terwijl je zoekt. Je ziet Hem terwijl je kijkt. Niet voor niets zegt Jezus: Ik bén de weg.

Geen routekaart dus, maar wel een Route. Een levende Route voor een levenslange tocht.
Om te komen waar we al zijn. Of te zijn waar we zullen komen.

Phillian
Bonfire Huis van gebed