‘Ik zie dit als een plaats waar we allemaal in onze pyjama kunnen zitten’, begon een buitenlandse vrijwilligster afgelopen week in ons Huis van gebed. ‘Vroeger bij ons thuis zaten we soms de hele dag in onze pyjama, met ons haar in de war. Iedereen vond het normaal en we hadden het hartstikke gezellig met elkaar. Dan kropen mijn zus en ik beiden aan een kant tegen onze moeder aan en deelden we alles wat ons bezighield…Dit is ook zo’n plaats.’ ‘Ja, dat klopt!’, dacht ik meteen, en vervolgens begon ik te bidden dat we mensen mogen zijn die in hun pyjama durven te leven.
Het was natuurlijk niet letterlijk bedoeld (al hebben we wel een pantoffelrekje waar dankbaar gebruik van wordt gemaakt), maar in figuurlijke zin beschrijft het heel goed de cultuur die we in Bonfire nastreven.
In je pyjama lopen doe je alleen als je je ergens écht thuis voelt. Als je je veilig genoeg weet om jezelf te laten zien zoals je echt bent. Als je weet dat je geliefd en gewild bent, hoe je er ook bij loopt. Dat is ook een plaats waar je je vrij voelt om languit op de bank te hangen, de koelkast te plunderen, hard te lachen of te huilen, op je kop te gaan staan, net waar je zin in hebt. Je kan zijn wie je bent zonder angst daarvoor bestraft te worden.
Wat betekent het dan om in je pyjama te leven? Dat betekent dat je je thuis voelt in het leven. Dat je waar dan ook, met wie dan ook, ontspannen jezelf kan zijn. Dat je je niet schaamt voor wie je werkelijk bent, zoals Adam en Eva voor de zondeval: beiden waren naakt…maar zij schaamden zich niet voor elkaar (Gen. 2:25). Helaas is dat iets waar het velen van ons nog vaak aan ontbreekt. En dat terwijl – voor wie in Jezus gelooft – de vloek van schaamte is opgeheven.
Ik probeer nog zo vaak iets hoog te houden. Ik doe nog zo vaak mijn best om ‘iets te zijn’ in plaats van gewoon te ‘zijn’. Dat is ook waarom ik de laatste tijd zo moe ben. Het kost bakken vol energie om altijd maar te moeten voldoen aan de regels die je jezelf oplegt. Het wordt een juk waar je onder gebukt gaat. Van dat juk zegt Jezus:
Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven. Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden, want mijn juk is zacht en mijn last is licht.
(Mt. 11:28-30)
In ruil voor het juk van zelfopgelegde wetten, mogen we het juk van Jezus’ wet opnemen. Zijn wet kun je samenvatten in één regel: geloof in Mij. Als er aan Jezus wordt gevraagd wat het betekent om Gods wil te doen, zegt Hij: Dit is het werk van God: dat u gelooft in Hem die Hij gezonden heeft (Joh. 6:29). Het Griekse woord voor ‘geloven’ kan ook vertaald worden met: ‘je vertrouwen stellen op’.
Het goede nieuws (het evangelie) is dat we het niet meer van onszelf hoeven verwachten, maar alleen van Jezus in ons. Ons vertrouwen stellen op Hem is het enige ‘werk’ dat we hoeven doen. Dit is wat het betekent om te worden als kinderen (vgl. Mt. 10:14-15). David had het begrepen toen hij zong:
HEER, niet trots is mijn hart, niet hoogmoedig mijn blik,
ik zoek niet wat te groot is voor mij en te hoog gegrepen.
Nee, ik ben stil geworden, ik heb mijn ziel tot rust gebracht.
Als een kind op de arm van zijn moeder, als een kind is mijn ziel in mij.
Israël, hoop op de HEER, van nu tot in eeuwigheid. (Psalm 131)
Het woord voor ‘kind’ dat hij gebruikt verwijst naar een peuter. Die peuter is niet met zichzelf bezig. Die peuter heeft het volste vertrouwen in de liefde en bescherming van zijn moeder. Die peuter is vrij om het leven te ontdekken en ervan te genieten. Hij is geborgen in liefde.
En die geborgenheid, daar zit het hem in volgens mij. Daar ontbreekt het ons vaak nog aan, omdat we nog niet volledig doordrongen zijn van de liefde van de Vader. Als je niet tot in je diepste kern weet dat je aanvaard en geliefd bent, ga je proberen die aanvaarding en liefde te verdienen door hard je best te doen. Maar dat juk mogen we in geloof steeds weer afleggen, want het is volbracht.
We mogen in de huiskamer van onze Vader komen, in onze pyjama, met ons haar in de war, en dicht tegen Hem aankruipen. We mogen telkens weer ervaren hoe onvoorwaardelijk en intens geliefd we zijn. En hoe dieper die waarheid doordringt, hoe meer we ons aan elkaar durven te laten zien zoals we zijn. En dat werkt aanstekelijk, want hoe meer jij in je pyjama durft te lopen, hoe meer ik het ook durf. En zo worden we als gemeente meer en meer de familie die God bedoeld heeft, vrij om (met vallen en opstaan) te leven, te ontdekken, te creëren, en in al onze eenvoud het licht van Jezus te laten schijnen.
[Phillian is coördinator van Bonfire Huis van gebed en deelt hier haar verhaal.]