Het was me een jaar. Toen we de zware houten deuren van de Bonifatiuskerk voor het laatst achter ons sloten, en thuis kwamen te zitten, hadden we niet gedacht dat dit heel 2020 wereldwijd zou typeren: dat dingen gesloten zouden worden en mensen thuis kwamen te zitten. De fase waar we als Bonfire in terecht kwamen noemden we onze “sluisperiode”, omdat we geloofden dat het een tussenfase zou zijn, dat we – na een periode van wachten – in nieuw water terecht zouden komen. We waren niet blij dat we uit ons pand moesten, maar we waren optimistisch en hoopvol omdat we geloven in een God die alle dingen doet meewerken ten goede voor wie Hem liefhebben. We lieten ons niet teneerslaan, maar keken verwachtingsvol uit naar wat God zou gaan doen, zowel in de sluis als daarna.

De sluis was waardevol, omdat we daardoor werden teruggeworpen op de kern van de zaak: onze relatie met God en met elkaar. Terwijl alle doe-dingen wegvielen, raakten we als community sterker verbonden en dieper verankerd, doordat we elkaar in eenvoud gingen ontmoeten en samen tot God naderden. Het versterkte ons hart en we leerden te zijn. Nu we weer een gebouw hebben en er van alles staat te gebeuren, is mijn gebed dat we die eenvoud, dat kloppende hart, weten te behouden en cultiveren.

Ook als Kerk kwamen we thuis te zitten. Ineens werd ons wekelijkse ritme van diensten en kringavonden ruw verstoord en waren we overgeleverd aan livestreams en Zoom-bijeenkomsten. Of, als het meezat, aan een sobere samenkomst met veel lege stoelen, zonder zingen, zonder handen schudden en vaak ‘zelfs’ zonder koffie. Voor veel mensen was en is dit een flinke tegenslag. Iets waar ze maar niet aan kunnen wennen, en terecht. Het is een onnatuurlijke situatie.

Ik heb gemerkt dat er al snel werd gesproken over de tijd hiervoor alsof dat de hemel op aarde was. En dat de tendens is dat we zo snel mogelijk terug willen naar dat ‘oude normaal’. Maar als ik denk aan mijn eigen gemeente, en aan wat ik heb meegekregen van andere gemeenten, dan was het allemaal echt niet zo idyllisch. We liepen er vaak tegenaan dat we wilden veranderen (meer van de Heilige Geest, meer vrijheid, meer creativiteit, meer relatie), maar dat het op de één of andere manier niet lukte. We voelden ons gevangen in vastgeroeste tradities, gewoonten die ons niet verder hielpen, maar waar we ook maar niet van los leken te komen.

En laat corona ons daar nou juist een handje bij geholpen hebben. Ineens waren we gedwongen om het oude los te laten, en nieuwe manieren te zoeken om Kerk te zijn. Als je ziet hoe dat gaat dan kun je begrijpen waarom we er voorheen wat huiverig voor waren: het brengt zoveel verdriet, boosheid en frustratie met zich mee. We vinden verandering moeilijk! Maar is het mogelijk dat dit precies is wat we als Kerk nodig hadden? Omdat het ons terugbrengt naar de kern van wie we eigenlijk zijn, vrij van alle uiterlijke ballast?

Daarom stel ik voor dat we deze coronatijd, hoe vervelend ook, benaderen als een ‘sluisperiode’.  Een tijd die God kan gebruiken om ons als Kerk naar een hoger plan te brengen. Niet als iets waar we zo snel mogelijk vanaf willen zijn, om weer terug te kunnen naar het oude, maar als overgangsfase naar het nieuwe. God wil ons doen groeien en vrucht dragen, en daarvoor moet er vaak eerst gesnoeid worden (Joh. 15:2). Daarvoor zijn er soms maatregelen nodig die op het moment zelf geen vreugde brengen, slechts verdriet, maar op den duur plukt wie erdoor gevormd is er de vruchten van (Heb. 12:11).

Misschien ben je het niet eens met de keuzes die er in je gemeente worden gemaakt, misschien baal je van hoe het nu gaat en laat je het gemeente-zijn liever even aan je voorbij gaan. Misschien denk je, ‘ik zit het wel uit tot dat virusgedoe voorbij is’. Dan wil ik je uitdagen om boven deze omstandigheden uit te kijken, naar Hem die op de troon zit. Hij heeft een plan! Zijn plan is om uiteindelijk een stralende Bruid op te halen, een volk uit elke stam en taal, vervuld van liefde voor Hem en voor elkaar. En ingewikkelde omstandigheden als deze vormen voor Hem geen belemmering, maar juist een middel om dat doel dichterbij te brengen. God wordt niet beperkt, en de Kerk als zijn lichaam evenmin. Dus laten we ons overgeven aan het snoeiproces, zodat we er mooier en sterker uitkomen dan we erin gingen. Laten we, juist in deze tijd, het Leven in liefdevolle verbondenheid met God en met elkaar (her)ontdekken. Dan zou deze lock-down, wel eens een open-up voor de Kerk kunnen betekenen.

(Leuk detail: ik kom er net achter wat het Engelse woord voor sluis is: lock.)

Daarom verliezen we de moed niet. Ook al gaat ons uiterlijke bestaan verloren, ons innerlijke bestaan wordt van dag tot dag vernieuwd. De geringe last die we tijdelijk te dragen hebben, brengt ons een eeuwige luister, die alles omvat en alles overtreft. Wij richten ons niet op de zichtbare dingen maar op de onzichtbare, want de zichtbare dingen zijn tijdelijk, de onzichtbare eeuwig. (2 Kor. 4:16-18)

Phillian
Bonfire Huis van gebed